Studiekeuze: personeel en arbeid

Studiekeuze: personeel en arbeid

Hoe ziet jouw werkdag eruit?

Mijn dagen zijn zeer gevarieerd. Soms geef ik een dag training en ben ik ergens in het land op locatie met een groep bezig om ze te helpen meer grip te krijgen op het werken met vrijwilligers. Omdat ik dat al geruime tijd doe, is dat vaak heel overzichtelijk. Ik weet wat ik moet doen, ik weet ook wel een beetje wat ik kan verwachten, maar het spannende zit ‘m meer in de dynamiek. Lukt het me om de groep als geheel en de individuen in die groep bewust te maken van hun handelen, en te helpen keuzes te maken over hoe ze hun werk (willen) doen?

Andere dagen zijn meer versnipperd. Ik overleg over projecten, ben heen en weer aan het mailen met klanten of met collega’s. Of ik werk een onderzoek uit.

Het leuke van mijn werk is dat ik erg veel vrijheid heb om zelf naar een afgesproken resultaat te werken. Ik leer daardoor steeds weer bij en dat vind ik belangrijk. Het nadeel van zoveel vrijheid is wel dat je erg goed moet opletten dat je je grenzen bewaakt en je energie goed verdeeld. Wanneer je zo betrokken bent, is het risico wel dat je niet meer kunt stoppen en steeds weer een tandje bijdraait omdat je het belangrijk vindt om het zo goed mogelijk neer te zetten. Dat is wel echt een valkuil.

Ik werk drie dagen, in principe van half negen tot vijf. In het vrijwilligersveld is het echter vrij normaal dat bijeenkomsten ’s avonds plaats vinden. Dus ik schuif nogal eens met mijn dagen en mijn werktijden. Het is fijn dat dat kan, maar maakt het soms ook minder overzichtelijk.

Wat is er zo leuk aan je werk?

Het allerleukste aan mijn werk vind ik dat ik het gevoel heb dat ik echt verschil kan maken. Vrijwilligerswerk is tegenwoordig vreselijk belangrijk en veel kwetsbare mensen kunnen dankzij het vrijwilligerswerk weer meedoen aan de samenleving. Dat vrijwilligerswerk gebeurt bij organisaties, en het is belangrijk dat die organisaties vitaal zijn en stevig genoeg om een plek te bieden aan deze kwetsbare groepen. Daar lever ik een bijdrage aan en dat voelt goed. Ik heb het gevoel dat ik impact heb en dat vind ik erg belangrijk.

Daarnaast kom ik op heel veel plekken in het land en zie ik veel organisaties van binnenuit. Nieuwsgierig als ik ben, vind ik dat echt een cadeautje. Ik werk op zeer verschillende plekken. De ene keer middenin een winkel, de andere keer middenin een bos. Hartstikke leuk.

Ook het werken met groepen vind ik ontzettend leuk. Ik hou er echt van om mensen in beweging te krijgen en een duwtje in de rug te geven om dingen anders te gaan doen of van een andere kant te bekijken. Mijn dag is goed als ik aan de andere kant van de tafel een lichtje zie aangaan bij iemand. Daar doe ik het voor.

Welke eigenschappen en kwaliteiten heb je nodig voor dit werk?

Het werk dat ik doe vraagt best veel van je dus het is lastig om alles te benoemen. Ik doe een poging, maar er is vast nog meer. Het is boven alles dus belangrijk dat je goed je grenzen kunt bewaken en dat je assertief bent als dat nodig is. Juist omdat het werk vaak van je vraagt flexibel te zijn, te schakelen en te improviseren. Als je je werk goed kunt plannen en organiseren en projectmatig kunt werken, helpt je dat erg. Het is fijn als je een beetje overzicht kunt houden. Omdat je met veel verschillende dingen bezig bent, ligt chaos doorlopend op de loer en de balans houden is soms best een uitdaging.

Daarnaast zijn uiteraard gespreksvaardigheden essentieel vanwege het vele contact dat je hebt met mensen. Dat vraagt ook een gezonde dosis nieuwsgierigheid en dat je het ook echt leuk vindt om samen te werken. Daarin helpt het als je initiatief kunt nemen en ondernemend bent.

Wanneer moet je dit werk niet gaan doen?

Dat vind ik een lastige. Binnen Movisie is best veel ruimte om vooral te doen waar je wel goed in bent. Dit is geen werk van ‘grote stappen snel thuis’, maar eist zorgvuldigheid en dat kan soms frustreren. Soms lukt het niet. Daar moet je wel tegen kunnen.

Rijk ga je niet worden in deze sector, maar impact maken kun je absoluut.

Wist je meteen wat je wilde studeren?

Zeker niet! Ik heb eigenlijk nooit geweten wat ik wilde worden en heel eerlijk gezegd weet ik het nog steeds niet. De lijst van wat ik wilde worden is bijna eindeloos: van luchtfotograaf, tot helicopterpiloot tot actrice, verloskundige en psychiater. Adviseur komt grappig genoeg helemaal niet in dat rijtje voor. Trainer wel. Ik weet inmiddels waar ik blij van word en waar mijn kwaliteiten liggen. Wat ik wil worden vind ik inmiddels niet meer het belangrijkste punt. Wat ik wil doen wel.

Waarom koos je voor deze studie?

Een echte personeelsadviseur ben ik nooit geweest. Wat ik wilde was niet persé zorg dragen voor human resources, maar veel meer helpen omstandigheden te creëren die het welzijn van mensen bevordert. Waar worden ze blij van en wat hebben ze nodig om gemotiveerd te blijven? Uiteindelijk is dat precies waar ik mee bezig ben, alleen niet vanaf een afdeling personeelszaken.

Sluit je studie aan op je werk?


Ik hou van leren dus ik heb veel gedaan en veel uitgeprobeerd. Ze hebben me allemaal iets gebracht, maar de studies die me het meest hebben gebracht zijn: mijn personeelsopleiding, mijn opleiding tot theaterregisseur en mijn coachopleidingen.

Mijn personeelsopleiding helpt me om met organisaties te kijken naar hoe ze hun vrijwilligers effectief inzetten. Dat ik wat weet over personeelsmanagement en organisaties helpt daarbij. Mijn theateropleiding heeft me ontzettend geholpen om goed voor de groep te kunnen staan en mensen te enthousiasmeren om in beweging te komen. En mijn coachopleidingen hebben me een nog betere trainer en adviseur gemaakt. Ik kan nu veel beter aansluiten bij de klant of de deelnemer en daar ruimte creëren om een vraag beantwoord te krijgen.

Gouden tip voor studenten

Het is ontzettend moeilijk om te kiezen wat echt bij je past. Want wat je nu leuk vindt, is misschien over een paar jaar weer anders. Focus daarom vooral op wat je echt leuk vindt om te doen en zoek naar waar die dingen samen komen. Ga op onderzoek uit. Welke banen hebben de mensen om je heen en wat lijkt je leuk daaraan? Ga erop af, stel vragen en onderzoek waar je energie van krijgt. Welke studie past bij de dingen die jij leuk vindt? De vraag wat je daar vervolgens mee kunt, komt daarna.