Studiekeuze: technische natuurkunde

Studiekeuze: technische natuurkunde

Hoe ziet jouw werkdag eruit?

Als universitair docent geef je onderwijs en doe je onderzoek. Ik geef onderwijs aan studenten biomedische technologie op het gebied van medische beeldvorming en dan met name MRI. Mijn onderzoek doe ik voornamelijk in het Universitair Medisch Centrum Utrecht naar (het verbeteren van) MRI afbeeldingen. Mijn werk speelt zich dus af bij twee verschillende organisaties die goed met elkaar samenwerken.

Voor het onderwijs in Eindhoven geef ik in sommige periodes iedere week college en soms ook werkcollege. Afhankelijk van de periode en het vak dat ik geef, kan dat college zijn voor een grote groep van 200 studenten of juist kleinere groepen van 80 of zelfs 30 studenten. Daarnaast ben ik mentor van studenten die in de master-fase van hun studie besluiten dat ze in mijn vakgebied willen afstuderen. Deze studenten begeleid ik in het vinden van een afstudeerproject en externe stage. Een deel doet een project in mijn eigen onderzoekslijn; de rest vindt een project in het UMC Utrecht, een ander ziekenhuis of bij een bedrijf.

Mijn onderzoek speelt zich dus af in het UMC Utrecht. Naast een sterk magnetisch veld werkt een MRI scanner met radiogolven die worden uitgezonden en ontvangen. Een deel van mijn onderzoek richt zich op het ontwikkelen van antennesystemen om de radiogolven beter te kunnen zenden en ontvangen om op die manier betere afbeeldingen van het lichaam te verkrijgen. Andere projecten richten zich op het ontwikkelen van nieuwe methodes om met de MRI scanner de MRI-veiligheid van medische implantaten te bepalen en speciale MRI technieken om temperatuur te meten in een patient. Mijn wekelijkse werkzaamheden zijn:

  • scannen met een MRI scanner om nieuwe technieken, ontwerpen of materialen te testen (1x per week)
  • overleg met de promovendi en technici in mijn onderzoeksteam, hun voortgang bespreken en samen kijken naar oplossingen als ze ergens niet verder kunnen
  • artikelen corrigeren van mijn promovendi en andere onderzoekers waar ik mee samenwerk
  • data analyseren / simulaties doen / programmeren om data te verwerken
  • presentaties maken voor congressen
  • onderzoeksvoorstellen schrijven
  • vergaderingen bijwonen

Wat is er zo leuk aan je werk?

Het is uitdagend. Je bent echt bezig om dingen uit te vinden. Twee van deze uitvindingen zijn gepatenteerd. Er komt veel wiskunde en natuurkunde bij kijken. Collega’s van mijn vakgebied van over de hele wereld kennen mijn werk en je spreekt elkaar op internationale congressen. Je werkt in een dynamische omgeving waar je onderzoek heel dicht bij de toepassing zit (dit is lang niet bij al het onderzoek het geval). Je werkt samen met artsen die een heel ander perspectief hebben, wat heel leerzaam is. Mijn uitvindingen worden gebruikt door een spin-off bedrijf dat vanuit onze vakgroep ontstaan is. Daarnaast vind ik het leuk om onderwijs te geven in onderwerpen die niet makkelijk zijn. Ervoor zorgen dat studenten het dan toch goed begrijpen is een uitdaging op een heel ander vlak waar ik veel energie uit haal. Tot slot: In de onderzoeksgroepen waar ik werk is de sfeer erg goed. Dit is zeker niet onbelangrijk.

Welke eigenschappen en kwaliteiten heb je nodig voor dit werk?

Voor mijn specifieke vakgebied moet je sterk zijn in natuurkunde en wiskunde. Dit geldt niet voor alle onderzoeksgebieden, zelfs niet binnen onze onderzoeksgroep. Meer algemeen moet je als universitair docent in ieder geval nieuwsgierig en gedreven zijn. Doorzettingsvermogen hebben. Je moet details goed kunnen uitpluizen maar tegelijkertijd overzicht kunnen houden over de grote lijn van je onderzoek. Je moet goede ideeën hebben die misschien tot succesvolle onderzoeksaanvragen kunnen leiden. Verder moet je, als je hoofdonderzoeker bent van een onderzoeksteam, mensen kunnen motiveren en begeleiden. Het beste uit je mensen halen wordt –als je verder komt- steeds belangrijker. Tot slot moet je voor de onderwijscomponent natuurlijk ook informatie goed kunnen overdragen en je studenten motiveren en stimuleren om hun best te doen.

Wanneer moet je dit werk niet gaan doen?

Werken in onderzoeksland betekent werken met een hoog abstractieniveau. Dit stuit meer praktisch ingestelde personen vaak tegen de borst. Ook is onderzoek een proces van heel veel kleine stapjes. Niks voor mensen die weinig geduld hebben.

Wist je meteen wat je wilde studeren?

Nee, ik heb eerst een jaar elektrotechniek gestudeerd aan de Technische Universiteit Eindhoven. Maar dat vond ik te eenzijdig. Na dat jaar ben ik technische natuurkunde gaan doen in Groningen.

Waarom koos je voor deze studie?

Ik vond natuurkunde het leukste vak op de middelbare school. En je kan er heel veel kanten mee op. Ik wist dat ik er relatief makkelijk een leuke baan mee zou kunnen krijgen.

Sluit je studie aan op je werk?

Ik had dit werk ook met andere studies kunnen doen, maar (technische) natuurkunde is met afstand de beste keuze geweest voor dit werk. Daarnaast heeft mijn ‘dwaaljaar’ bij elektrotechniek ook nu nog voordelen. Ik merk dat ik vergeleken met andere natuurkundigen sterker ben op het gebied van electriciteit en magnetisme. Waarschijnlijk ben ik mede daardoor in een niche terecht gekomen waar deze kennis erg handig is (antennes ontwerpen voor MRI scanners).

Gouden tip voor studenten

Kies voor balans tussen passie en arbeidsperspectief. Je studie kies je voor je leven. Je hebt de goede keuze gemaakt als je twintig jaar later terugkijkt en denkt: “Ja, ik heb de goede keuze gemaakt.” Als je geen werk hebt kunnen vinden, dan is dat waarschijnlijk niet zo. Als je wel werk hebt kunnen vinden, maar je vindt dat werk niet leuk (of je bent iets anders gaan doen) dan vind je het achteraf waarschijnlijk ook geen goede keuze. Geen duidelijke passie met arbeidsperspectief? Kies dan breed. Een studie waar je veel kanten mee op kan levert uiteindelijk altijd een leuke baan op juist omdat je dan zoveel mogelijkheden hebt.